Als je iemand voor het eerst ontmoet, heb je binnen 30 seconden je mening gevormd. Maar die ander óók van jou. Klopt die eerste indruk wel? En hoe kom je zelf zo goed mogelijk voor de dag?
In De eerste indruk ontrafelt Roos Vonk beide kanten van indrukvorming aan de hand van wetenschappelijk onderzoek en herkenbare voorbeelden. Met haar kenmerkende knipoog en vlotte schrijfstijl verklaart ze de psychologische raadsels van het sociale verkeer.
Hier legt ze uit welke oerinstincten ons parten spelen op Tinder:
Instinctief hebben vrouwen bij de partnerkeus meer dan mannen een lange-termijn-strategie: een goede man kiezen, dat wil zeggen, een man
a.) met goed genetisch materiaal — want eenmaal bevrucht kan de vrouw zich lange tijd niet meer door een ander laten bevruchten, dus ze moet meteen kritisch zijn op met wie ze in zee gaat, en:
b.) die naar verwachting lange tijd bij haar blijft om te helpen de kinderen groot te brengen.
Om succesvol te zijn in de voortplanting moeten vrouwen dus vanaf het prille begin veel kieskeuriger zijn.
Grappig genoeg manifesteert dit evolutionair ontwikkelde sekse-verschil zich nog altijd in een hedendaagse dating-tool als Tinder: gebleken is dat (heteroseksuele) mannen op Tinder een groot deel van de vrouwen leuk vinden, maar dit is slechts in 0,6 procent van de gevallen wederzijds. Vrouwen vinden minder mannen leuk, maar dat wordt vaker beantwoord zodat 10 procent tot een match leidt.
De kans dat een vrouw een man leuk vindt wordt groter als hij een bio plaatst of meerdere foto’s, terwijl dat omgekeerd weinig uitmaakt: mannen hebben vaak aan één foto genoeg om een vrouw leuk te vinden. Vrouwen willen dus eerst meer weten. Door deze verschillen hebben vrouwen al snel veel matches (meer dan 200 in het eerste uur, in dit onderzoek) terwijl mannen pas na verloop van tijd matches krijgen. Als vrouwen eenmaal een match hebben, sturen ze vaker dan mannen een boodschap, ze doen er langer over voordat ze die versturen en hun boodschap bevat gemiddeld meer tekst: 122 tekens tegenover 12 tekens bij mannen (zoiets als ‘Hoi’ of ‘Hoe gaat het?’).
Al deze verschillen wijzen erop dat mannen, in deze overvloedige markt van kandidaten, meer zijn gericht op kwantiteit (snel en veel scoren) en vrouwen meer op kwaliteit. Overigens is dit deels ook een gevolg van de kritischer houding van vrouwen: mannen gaven in het onderzoek zelf aan dat ze zoveel vrouwen leuk vinden omdat ze al weten dat de kans klein is om een return — dus een match — te krijgen.
Ontdek nog meer:
- Hoe Google de referenties van hun sollicitanten checkt
- Hoe je je eerste date vakkundig kunt laten mislukken
- Of het nut heeft om een handdruk te geven à la Donald Trump (de 'grip & yank-techniek)
- Of het helpt om aan 'namedropping' te doen
- Of je gezicht betrouwbaar of onbetrouwbaar overkomt