In zijn nieuwe boek Big History gaat David Christian dieper in op onze ontstaansgeschiedenis, en vertelt hij over de oerknal.
***
In de eerste paar seconden en minuten na de oerknal gebeurde er ontzettend veel. Het belangrijkste was dat de eerste interessante structuren en patronen verschenen, de eerste entiteiten of energieën die duidelijke niet-ordeloze vormen en eigenschappen hadden. Het ontstaan van iets met duidelijk nieuwe eigenschappen is altijd een magisch moment. We zullen dat in ons moderne ontstaansverhaal steeds opnieuw zien gebeuren, hoewel datgene wat eerst zo magisch leek misschien wat minder bijzonder aandoet als we eenmaal begrijpen dat dat nieuwe ding en die nieuwe kwaliteiten niet zomaar uit de lucht kwamen vallen.
Nieuwe dingen met nieuwe eigenschappen ontstaan uit al bestaande dingen en krachten die op nieuwe manieren geordend worden. Het zijn juist die nieuwe ordeningen die nieuwe eigenschappen opleveren, net zoals een andere rangschikking van tegels een nieuw patroon in een mozaïek kan opleveren. Hier is een voorbeeld uit de scheikunde. Bij waterstof en zuurstof denken we normaal gesproken aan kleurloze gassen. Maar als je twee waterstofatomen op een bepaalde manier koppelt met een zuurstofatoom, krijg je een watermolecule. Als je een boel van zulke moleculen bij elkaar doet, krijg je de volkomen nieuwe eigenschap die we ‘waterig’ noemen. Als we een nieuwe vorm of structuur met nieuwe eigenschappen zien, zien we in werkelijkheid nieuwe ordeningen van iets wat al bestond. Vernieuwing is emergentie. Als we emergentie beschouwen als een personage in ons verhaal, is het waarschijnlijk een slinkse, geheimzinnige en onvoorspelbare figuur die de neiging heeft om onverwacht op te duiken uit de duisternis en het verhaal een nieuwe en verrassende wending te geven.
De eerste structuren en patronen in het universum zijn op diezelfde manier ontstaan, toen dingen en krachten die uit de oerknal floepten geordend raakten in nieuwe constellaties. Op het vroegste moment waarvoor we nog enig bewijsmateriaal hebben, een fractie van een seconde na de oerknal, bestond het universum uit pure, toevalsmatig verdeelde, ongedifferentieerde, vormloze energie. We kunnen energie beschouwen als het potentieel om iets te laten gebeuren, het vermogen om dingen te doen of te veranderen. De energieën in het oeratoom waren immens, vele biljoenen graden boven het absolute nulpunt. Gedurende een korte periode was er een supersnelle expansie die inflatie wordt genoemd. Die expansie ging zo snel dat een groot deel van het universum vermoedelijk is weggeblazen tot voorbij het punt waar we ooit nog iets zullen waarnemen. Dat betekent dat datgene wat we vandaag zien waarschijnlijk maar een heel klein deel van ons hele universum is.
***
Meer weten over de eerste sterren, dinosauriërs, fossiele energie, en wat ons nog te wachten staat? Lees dan Big History!
Big History - David Christian €24,99